Wonen

Naast de wens om de druk op de Almeerse woningmarkt te verlichten, zal de komende jaren ook rekening gehouden moeten worden met een toename van het aantal huishoudens. Dit aantal neemt toe door wijzigingen in de huishoudensamenstelling (geboorte, sterfte, kinderen die het ouderlijk huis verlaten, etc.) en het (positieve) migratiesaldo.
In het kader van de Woonvisie Almere 2020 is onderzocht wat de verwachte huishoudengroei zal zijn tot en met 2030. Hieruit blijkt dat er een groei is te verwachten van 18.200 huishoudens.

Woonvisie 2020: woningbehoefte prognose tot 2030, op basis RIGO onderzoek uit 2017, aangevuld met gerealiseerde woningen tot en met 2019

Als alleen huisvesting wordt gerealiseerd t.b.v. de groei van het aantal huishoudens, dan blijft de druk op de woningmarkt gelijk en zijn e: wonr nauwelijks kansen om ook te voorzien in de kwalitatieve behoefte. De kwalitatieve behoefte kan het beste gezien worden als het antwoord op de vraag waar en in wat voor soort woning iemand zou willen wonen, als er een vrije keuze zou zijn.
Het bovenstaande schema laat vooral zien wat op basis van lokale groei van de bevolking aan woningbehoefte verwacht kan worden. Als gekeken wordt naar de regio, dan valt op dat de behoefte veel groter is dan het aanbod in de MRA (zie afbeelding 5). Dit betekent dat binnen de MRA altijd een kwantitatieve match te maken valt. Bij krapte op de woningmarkt wordt locatie steeds minder belangrijk bij de keuze om te verhuizen. Wel is gebleken dat de nabijheid van werk en (hoger) onderwijs steeds minder belang wordt toegekend en dat de voorkeur van veel MRA-inwoners uitgaat naar een ruimere woning met een tuin. Er mag dan ook aangenomen worden dat een overaanbod binnen een bepaald segment in Almere, nog steeds zal voorzien in een (meer) regionale behoefte.

Woningaanbod (recent betrokken woningen) en woningvraag van doorstromers, vestigers,
starters en woningzoekenden uit het buitenland, 2017 – 2021* (bron: WiMRA 2021)