Het aantal verkooppunten per 1000 inwoners ligt in Almere lager dan het landelijk gemiddelde; gemiddeld 8,2 verkooppunten per 1.000 inwoners in Almere, tegen 12,3 verkooppunten per 1.000 inwoners van Nederland. Uit marktonderzoek is gebleken dat het niet verstandig is om het aandeel verkooppunten per 1.000 inwoners naar het Nederlandse gemiddelde te brengen. De vloerproductiviteit van de bestaande detailhandelsvestigingen is nu op peil, maar dat kan snel afnemen naarmate er meer verkooppunten worden gerealiseerd. Dit heeft geleid tot het beperken van het volume detailhandel en horeca (wat meestal de groei in detailhandel volgt) in het MPGA. Dit is ook in de Detailhandelsvisie vastgesteld.
Er wordt voornamelijk ingezet op het realiseren van aanbod in de dagelijkse sector (supermarkten en dergelijke) in de wijken waar ook een woningbouwopgave ligt. Dit betreffen Stadstuinen (stadsdeelcentrum Poort), Kustzone Poort (Duin), Campus Windesheim (winkelgebied doorzetten) en Nobelhorst/Twentsekant. In Almere Buiten is nog ruim 6.800 m² bvo detailhandel/horeca opgenomen voor Blok 5. Omdat dit wel een gemengde bestemming heeft, kunnen daarvoor ook andere voorzieningen komen, zoals cultuur, leisure en dienstverlening.
Deze terughoudendheid in het MPGA voorkomt overprogrammering en interne concurrentie tussen de lopende projecten. Volgens de in 2021 vastgestelde Detailhandelsvisie bepaalt het verzorgingsgebied van een detailhandelsvestiging (wijk, stadsdeel, stad/regionaal) wat de mogelijkheden zijn; een voorziening met een groot verzorgingsgebied dient in het centrum terecht te komen en een voorziening met een klein verzorgingsgebied wordt bij voorkeur in de wijk geplaatst. Omdat dit geen effect zal hebben voor de lopende grondexploitaties, sluit de programmering van detailhandel en horeca aan op de huidige behoefte en zijn er voor de langere termijn geen metrages opgenomen.